Multipel Myeloom: DIAGNOSTIEK

 PRIMAIR ONDERZOEK & RECIDIEFONDERZOEK

  • Specifieke anamnese: WHO performance status, koorts, gewichtsverlies, nachtzweten, infecties, bot pijn, fracturen, lengde, hypo/paresthesie
  • Lichamelijk onderzoek: Lymfklieren, milt, abdomen, kloppijn
  • Laboratorium:
    • Bloedbeeld, diff
    • Na, K, Ca, kreat, GFR, ureum, urinezuur, bili, ALT, ASAT, AF, gGT, LDH, eiwit, albumine, glucose, fosfaat (=”chemie uitgebreid”), B2MG, BSE, CRP
    • INR, PTT
    • IgG, IgA, IgM, screening M-proteïne, M-proteïne kwantitatief, vrije lichte ketens (VLK)
    • Cryoglobuline volgens anamnese
    • Serologie: CMV, HSV, VZV, EBV, HIV, HTLV1/2, HBV, HCV, Parvo B19, Lues, Toxoplasma (=pakket “Hematologie volwassenen”)
  • Urine: screening op BJP/VLK, inden positief: BJP/VLK kwantitatief/24 h
  • Beeldvorming: CT whole body Kahler (zonder contrast), skeletfoto’s op indicatie
  • Beenmergaspiraat: Morfologie, flowcytometrie, cytogenetica
  • Cristabiopt
  • Fundoskopie indien verdenking hyperviscositeit

Bepalen diagnostische criteria en risicoscore volgens IPS

Bepalen best meetbare parameter:

  • M-proteine >= 10 g/l: M-proteine en immunoglobuline type
  • M-proteine < 10 g/l en VLK >= 100 mg/l: VLK
  • M-proteine < 10 g/l en VLK < 100 mg/l en BJ in urine > 200 mg/24h: BJ in urine

Behandelplan op hematologische conferentie/MDO

Brief aan huisarts en verwijzer met cc aan patiënt indien gewenst

S2: RESPONSBEOORDELING

  • Specifieke anamnese: WHO performance status, koorts, gewichtsverlies, nachtzweten, infecties, bot pijn, hypo/paresthesie
  • Lichamelijk onderzoek: Lymfklieren, milt, abdomen, longen
  • Laboratorium:
    • Bloedbeeld, diff
    • Na, K, kreat, GFR, bili, ALT, AF, gGT, LDH, eiwit (=”chemie beperkt”), Ca
    • IgG, IgA, IgM, M-proteïne kwantitatief volgens schema:
      • Uitgangswaarde van intact monoclonaal immunoglobuline>10g/l:
        • M-proteïne kwantitatief en betreffend Ig class kwantitatief
        • Indien M-proteïne <2 g/l: immunofixatie
        • Indien immunofixatie negatief: clonal VLK kwantitatief
        • Indien clonal VLK normaal: VLK kappa/lambda ratio
      • Uitgangswaarde van intact monoclonaal immunoglobuline <10g/l en monoclonale VLK van > 100mg/l:
        • monoclonale VLK kwantitatief
        • Indien monoclonale VLK normaal: VLK kappa/lambda ratio
  • Urine: BJP/VLK kwantitatief/24 h indien uitgangswaarde BJP/VLK-proteinurie >200g/24h en intact monoclonaal immunoglobuline <10g/l
  • Beeldvorming: CT Kahler of foto alleen bij nieuwe symptomen

Na afsluiten behandeling:

Brief aan huisarts en verwijzer met cc aan patient indien gewenst

REMISSIECRITERIA

Complete remissie (CR): Zeer goede parti�le remissie (VGPR): Stabiele ziekte (SD):
  • Serum en urine: M-proteïne negatief
  • Beenmerg: < 5% plasmacellen
  • Verdwijnen van weke delen plasmacytomen
  • Serum: M-proteïne/VLK ≤10% uitgangswaarde
  • Urine: M-proteïne <100mg/24
Geen CR, PR, of PD
Stringente complete remissie (sCR): CR met Partiële remissie (PR): Progressie (PD):
  • Serum: normale VLK ratio
  • Beenmerg: geen clonale plasmacellen middels flowcytometrie of immuunhistologie aantoonbaar
  • Serum: M-proteïne/VLK ≤50% uitgangswaarde
  • Urine: M-proteïne <200mg/24

Non-secreting myeloom:

  • Beenmerg: Plasmacellen <50% uitgangswaarde
  • Weke delen plasmacytomen: <50% uitgangswaarde
T.o.v. uitgangswaarde / nadir tijdens remissie

  • Serum: M-proteïne ≥125% en stijging van ≥5 g/l
  • Serum: VLK ≥ 125% en stijging van ≥100 mg/l
  • Urine: M-proteïne ≥125% en stijging van ≥200mg/24
  • Toename van bestaande botlaesies of weke delen plasmacytomen
  • Nieuwe botlaesies of weke delen plasmacytomen
  • Hypercalcemie >2,65 mmol/l